De afgelopen jaren is er veel veranderd in Nederland. Het is belangrijk dat de pensioenen passen bij hoe het nu gaat. En dat pensioenen mee kunnen veranderen in de toekomst. Daarom krijgen we nieuwe regels voor pensioen. De overheid heeft dat besloten. Tussen nu en 2028 gaan bijna alle pensioenfondsen met de nieuwe regels werken.
De nieuwe regels staan in de Wet toekomst pensioenen. Deze wet is op 1 juli 2023 ingegaan. Alle pensioenfondsen moeten uiterlijk vanaf 1 januari 2028 gaan werken met deze nieuwe regels. Pensioenfonds Schoonmaak doet dat vanaf 1 januari 2026.
Het was een grote stap om te gaan werken met de nieuwe regels voor pensioen. Wij hebben goed nagedacht over hoe we dat doen. We maakten plannen en afspraken. Dit deden we samen met vakbonden en de werkgeversorganisatie in de sector Schoonmaak.
Wij willen een zo goed mogelijk pensioen voor jong en oud. Dat lukt beter als we alleen werken met de nieuwe regels.
U heeft al pensioen opgebouwd bij ons. Of u krijgt al pensioen. We konden voor de opgebouwde en ingegane pensioenen ook in de oude regels blijven werken. En alleen voor nieuwe pensioenen in de nieuwe regels. Maar dan zouden we twee soorten pensioen naast elkaar hebben. Dat kost veel extra geld. En is ingewikkeld om uit te leggen. Dat wilden we niet. Wij geven dit geld liever uit aan uw pensioen. Want wij willen een zo goed mogelijk pensioen voor jong en oud.
We leggen geld opzij. Dit heet de gezamenlijke buffer. Hiermee vangen we tegenvallers van de beleggingen op. We willen niet dat als u pensioen krijgt dit bedrag lager wordt. Als het resultaat van de beleggingen erg tegenvalt. Dan kunnen we geld uit de gezamenlijke buffer halen. Dat geld krijgt u er dan bij. Zo proberen we uw pensioen zoveel mogelijk gelijk te houden als het tegenvalt.
Als het erg slecht gaat. Dan moeten we de pensioenen verlagen. Dit zouden we ook moeten doen met de oude regels.
Op 1 januari 2026 zijn wij met de nieuwe regels gaan werken. Dan willen wij de gezamenlijke buffer vullen met 5 procent van al het geld dat wij hebben. Dat kan alleen als de dekkingsgraad hoog genoeg is. De dekkingsgraad laat zien hoe wij het financieel doen. Bijvoorbeeld bij een dekkingsgraad van 112,3 procent hebben we voor elke euro die we moeten betalen €1,123 in kas.
Als de dekkingsgraad laag is. Dan willen we starten met 2 procent in de gezamenlijke buffer.
Uiteindelijk willen we maximaal 5 procent van al het geld dat wij hebben opzijzetten.
Op 1 januari 2026 zijn wij met de nieuwe regels gaan werken.
Na deze datum vullen we de gezamenlijke buffer met de winsten van beleggingen. We vullen de gezamenlijke buffer niet met premies die worden betaald.
Op deze manier helpen alle deelnemers elkaar. En helpen we mensen die pensioen krijgen van ons. Zo houden we hun pensioen zo gelijk mogelijk als het tegenvalt.
U kunt met ons bellen, mailen of chatten. Neem contact met ons op.