Veelgestelde vragen over het voorlopig overzicht

Ik bouw pensioen op

U bouwt pensioen op bij Pensioenfonds Schoonmaak

U krijgt van ons een voorlopig overzicht van uw pensioen. Hierop ziet u bedragen van uw verwachte pensioen met de nieuwe regels. En met de regels van nu. We snappen dat u vragen heeft. Daarom leggen we graag uit wat dit overzicht betekent. En wat u kunt doen als u meer wilt weten.

Algemene vragen over het voorlopige overzicht

U krijgt het voorlopig overzicht via de post of digitaal bij “Uw berichten”. Dit ligt aan de keuze die u eerder maakte over het krijgen van berichten.

Het voorlopig overzicht bestaat uit 2 delen: 

Deel 1 is de brief bij het Pensioenoverzicht

Of het eerste deel van het voorlopig overzicht. Hierin staan de belangrijkste bedragen van uw pensioen. U ziet een eerste inschatting van uw pensioen met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026. En u ziet het bedrag van uw pensioen met de regels van nu. Zo kunt u goed vergelijken. En heeft u snel een eerste indruk van uw verwachte pensioen met de nieuwe regels. 

Deel 2 bestaat uit een uitgebreide berekening van uw pensioen

Krijgt u het voorlopig overzicht via de post? Dan begint deel 2 bij: Uw verwachte pensioen met de nieuwe regels

Krijgt u alleen deel 1 bij uw voorlopig overzicht? Bekijk dan deel 2 op onze website. U logt in met uw DigiD. Daar staat vanaf 28-11 voor u het complete voorlopig overzicht klaar.

In de uitgebreide berekening in deel 2 leggen we verschillende onderwerpen uit. Bij elk onderwerp ziet u eerst het verwachte pensioen met de nieuwe regels. U ziet daarna uw verwachte pensioen met de regels van nu. De onderwerpen zijn:

Uw pensioengegevens  

U ziet uw persoonlijke gegevens. Uw pensioengegevens met de nieuwe regels. En uw pensioengegevens met de regels van nu.

Eerste inschatting van het verwachte pensioen met de nieuwe regels  

We berekenden uw pensioen met de nieuwe regels. In het voorlopig overzicht krijgt u een eerste inschatting van uw verwachte pensioen vanaf 1 januari 2026. Let op: het is een eerste inschatting. U krijgt uw definitief overzicht volgend jaar. U ziet ook bedragen van uw verwachte pensioen met de regels van nu. Zo kunt u goed vergelijken. Voor de berekening gebruikten wij uw gegevens van 1 januari 2025. 

Uitleg bij de plaatjes met de 3 pijlen                                                                 

  • De middelste pijl laat uw verwachte pensioen zien met de nieuwe regels. Wij denken dat het bedrag bij de middelste pijl het meest haalbaar is. Dat bedrag komt naar verwachting het dichtst in de buurt bij het pensioen dat u later krijgt. Omgerekend naar euro’s van nu. 
  • Bij de linker pijl ziet u een (veel) lager bedrag. Dat is wat er gebeurt met uw verwachte pensioen als het minder goed gaat met de economie. 
  • Bij de rechter pijl ziet u een (veel) hoger bedrag. Dat is het verwachte bedrag als het beter gaat dan verwacht.

Hoe het pensioen meebeweegt met de economie als u met pensioen bent          

We kunnen nu nog niet precies zeggen hoeveel pensioen u later krijgt. Daarom ziet u in het plaatje met de 3 pijlen ook 3 bedragen. Het is namelijk moeilijk om goed te voorspellen hoe de economie zich ontwikkelt. Wilt u een inschatting van het bedrag van uw pensioen, 10 jaar nadat u met pensioen bent? Kijk dan naar het middelste bedrag bij de pijlen. 

Wat krijgt uw partner wanneer u overlijdt?   

Er zijn 3 situaties belangrijk voor het bepalen van partnerpensioen. Dat is zo in de regeling van nu. En dat blijft ook zo in de nieuwe regeling vanaf 1 januari 2026. 

De 3 situaties zijn:               

  1. Wanneer u overlijdt en wel pensioen opbouwt bij ons.
  2. Wanneer u overlijdt en geen pensioen meer opbouwt bij ons. 
  3. Als u overlijdt wanneer u met pensioen bent.

Wilt u hier meer over weten? Log dan in op uw persoonlijke omgeving

Wat krijgen uw kinderen wanneer u overlijdt?  

Er zijn 3 situaties belangrijk voor het bepalen van wezenpensioen. Dat is zo in de regeling van nu. En dat blijft ook zo in de nieuwe regeling vanaf 1 januari 2026. 

De 3 situaties zijn:

  1. Wanneer u overlijdt en wel pensioen opbouwt bij ons.
  2. Wanneer u overlijdt en geen pensioen meer opbouwt bij ons. 
  3. Als u overlijdt wanneer u met pensioen bent.

Wilt u hier meer over weten? Log dan in op uw persoonlijke omgeving

Pensioen als u arbeidsongeschikt wordt

Wat gebeurt er met uw pensioen als u ziek bent en (voor een deel) niet meer kunt werken? U leest het op onze pagina arbeidsongeschikt.

Waarom verschillen de bedragen van nu en de nieuwe regeling?       

We leggen met vragen en antwoorden uit waarom u verschillen ziet tussen de bedragen. Let op: niet iedere vraag geldt voor iedereen. Dit ligt aan uw persoonlijke situatie.

We berekenden de bedragen voor uw pensioen van nu volgens de regels op 1 januari 2025. Dat pensioen staat ook op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) 2025.

Ook ziet u het verwachte pensioen met de nieuwe regels. Dat is een eerste inschatting. De verwachte bedragen berekenden we alsof we op 1 januari 2025 al met de nieuwe regels werkten.

We gebruikten in het voorlopig overzicht uw persoonlijke gegevens. En onze gegevens op 1 januari 2025. Daarbij keken we ook naar hoeveel geld we hadden (financiële situatie). Dat ziet u aan onze dekkingsgraad. Kijk op dekkingsgraad als u hier meer over wilt weten. Op 1 januari 2025 was onze dekkingsgraad 113,8%. Deze dekkingsgraad gebruikten wij bij de verdeling van al ons geld (fondsvermogen). Met verdelen bedoelen we het verdelen van het geld over de pensioenen van alle deelnemers.   

Op onze pagina over het vernieuwde pensioenstelstel leest u meer over wat verandert. En over wat er hetzelfde blijft met de nieuwe regels voor pensioen. 

In het voorlopig overzicht rekenen we voor het verwachte pensioen met de nieuwe regels voor pensioen. Daarbij houden we rekening met uw AOW-leeftijd volgens de regels van nu. AOW is pensioen dat u later krijgt van de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

  • Bent u geboren op of vóór 31 december 1960? Dan is de AOW-leeftijd 67 jaar.
  • Bent u geboren op of na 1 januari 1961? Dan is de AOW-leeftijd nu 67 jaar en 3 maanden. 

De AOW-leeftijd hangt af van uw geboortedatum. En van de levensverwachting.

U vindt de actuele AOW-leeftijden op de website van de Sociale Verzekeringsbank

Ja, de bedragen voor uw pensioen veranderen nog. In het voorlopig overzicht rekenen we met uw gegevens op 1 januari 2025. En onze dekkingsgraad op 1 januari 2025. In het definitief overzicht rekenen we met uw gegevens. En de dekkingsgraad op de datum waarop wij uw pensioen echt overzetten: 1 januari 2026.

Kijk op onze website als u meer wilt weten over uw pensioen met de nieuwe regels
U leest er meer over de verschillen tussen de bedragen met de nieuwe regels. En met de regels van nu. Ook ziet uw meer (verwachte) bedragen. Log in op onze website.

De financiële situatie van Pensioenfonds Schoonmaak kan veranderen. Net als uw persoonlijke situatie. Elk pensioen en elke persoonlijke situatie is anders. Daarom is het lastig om vooraf te zeggen wat er precies gebeurt als de situatie verandert. Bij ons of bij u. 

Onze dekkingsgraad kan bijvoorbeeld veranderen. We rekenden in het voorlopig overzicht met uw gegevens op 1 januari 2025. En onze dekkingsgraad op 1 januari 2025. De dekkingsgraad was toen 113,8%. Deze dekkingsgraad gebruiken wij voor het verdelen van het geld (fondsvermogen). Met verdelen bedoelen we verdelen van het geld over de pensioenen van alle deelnemers. 

In januari 2026 is de nieuwe dekkingsgraad bekend. Gaat de dekkingsgraad omhoog? Dan kunnen we meer geld verdelen over alle pensioenen. Gaat de dekkingsgraad omlaag? Dan kan uw pensioen lager worden. Want dan hebben we minder geld om te verdelen over alle pensioenen. Kijk op de pagina dekkingsgraad als u hier meer over wilt weten.

Misschien verandert uw persoonlijke situatie. Elke persoonlijke situatie heeft een andere invloed op pensioen. Bijvoorbeeld wanneer u meer of minder gaat werken. En uw salaris verandert. In dat geval verandert ook de opbouw van uw pensioen.

Kijk op onze website als u meer wilt weten over uw pensioen met de nieuwe regels

U leest er meer over verschillen tussen bedragen met nieuwe regels. En met de regels van nu. Ook ziet uw meer (verwachte) bedragen. Log in op onze website

U krijgt met de nieuwe regels pensioen zolang u leeft. Dat is zo met de regels van nu en dat blijft zo.

Wat is TextBuddy?

TextBuddy is een leeshulp. Met de leeshulp kunt u: 

  • Pensioeninformatie vertalen in 19 talen 
  • Teksten lezen in makkelijke taal 
  • De informatie laten voorlezen, voor wie liever luistert 

Veel mensen bij Pensioenfonds Schoonmaak zijn op latere leeftijd naar Nederland gekomen. Zij spreken en lezen de taal niet altijd goed. En vinden informatie over pensioen moeilijk. Wij willen dat iedereen onze informatie over pensioen begrijpt. Pensioen is belangrijk, maar soms lastig. TextBuddy helpt daarbij. 

Iedereen die pensioen opbouwt of krijgt bij Pensioenfonds Schoonmaak.

U kunt TextBuddy gebruiken voor het lezen van uw voorlopig overzicht. We leggen u graag stap voor stap uit hoe u TextBuddy kunt gebruiken:

Staat het voorlopig overzicht digitaal voor u klaar? 

  1. Ga naar pensioenschoonmaak.nl en log in met uw DigiD 
  2. Open het bericht ‘voorlopig overzicht’ in uw berichten 
  3. Scan de QR-code op de brief of ga naar de link 
  4. Lees uw voorlopig overzicht in een andere taal. In makkelijke taal. Of laat TextBuddy uw voorlopig overzicht voorlezen.  

Heeft u uw voorlopig overzicht per post ontvangen? 

  1. Scan de QR-code op de brief of ga naar de link
  2. Lees uw voorlopig overzicht in een andere taal. In makkelijk taal. Of laat TextBuddy uw voorlopig overzicht voorlezen.

We zijn blij dat mensen TextBuddy gebruiken. In de komende tijd kijken we hoe we TextBuddy nog beter kunnen gebruiken. 

De financiële situatie van Pensioenfonds Schoonmaak

Met de nieuwe regels krijgt iedereen een pensioenpot. U ook. De nieuwe regels starten op 1 januari 2026. Op die datum zetten wij uw pensioen van nu over naar de nieuwe regels voor pensioen. Pensioenfonds Schoonmaak maakte voor een eerlijke verdeling van al haar geld (fondsvermogen) verschillende keuzes. Op die datum zetten wij uw pensioen van nu over naar de nieuwe regels. Pensioenfonds Schoonmaak maakte voor een eerlijke verdeling van al haar geld (fondsvermogen) verschillende keuzes.

Voorbeelden van keuzes voor een eerlijke verdeling zijn:

  • Hoeveel geld er in de pensioenpot komt van iedereen die pensioen heeft opgebouwd bij ons.
  • Hoeveel geld we nodig hebben om het pensioen van mensen aan te vullen. We bedoelen dan deelnemers die mogelijk nadeel hebben van de overstap naar de nieuwe regels.
  • Hoeveel geld we stoppen in de gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve).

In ons transitieplan (pdf) vindt u de afgesproken regels over de verdeling van het fondsvermogen (geld). U vindt hier ook een samenvatting van ons transitieplan.

Wij verwachten dat de dekkingsgraad van Pensioenfonds Schoonmaak op 31 december 2025 minstens 105% is. Dat is de voorwaarde voor het fonds om compensatie te mogen geven. Heeft u recht op compensatie? Dan krijgt u extra geld in uw pensioenpot.

Of u compensatie (extra geld) krijgt en hoeveel hangt af of u op 31 december 2025:

  • Een leeftijd heeft tussen 55 en 67 jaar. Dit kan nog veranderen. In januari stellen wij deze leeftijden definitief vast.
  • En of u nog steeds pensioen opbouwt bij ons.

En in de volgende situaties:

  • Als u (voor een deel) arbeidsongeschikt bent. En premievrij pensioen bij ons opbouwt op 31 december 2025.
  • Als u met verlof bent op 31 december 2025. Dit kan zijn: zorgverlof, betaald of onbetaald verlof, betaald of onbetaald ouderschapsverlof.
  • Als u vóór 31 december 2025 tijdelijk minder ging werken.
  • Als u vóór 31 december 2025 voor een deel met pensioen bent.
  • Als u op 31 december 2025 uw pensioen vrijwillig voortzet bij ons.

Er blijft geld over als we meer geld hebben dan de waarde van alle pensioenen bij elkaar. En het minimale bedrag dat wij opzij moeten zetten. Dat bedrag hebben wij nodig als het slechter gaat met de economie. Het bedrag stoppen wij in onze gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve). Hebben we geld over? Dan verdelen wij dat geld over alle deelnemers. Sociale partners maakten hier eerlijke afspraken over. Zodat niemand extra voor- of nadeel heeft. 

Voor jonge deelnemers die geen pensioen meer opbouwen geldt een uitzondering. Zij krijgen wat extra geld in hun pensioenpot. Daarmee voorkomt Pensioenfonds Schoonmaak dat zij er met de nieuwe regels op achteruitgaan.

Met de regels van nu bouwt iedereen evenveel pensioen op. Dat geldt voor jong en oud. U en uw werkgever betalen geld (premie) voor uw pensioen. Maar het opbouwen van pensioen is voor oudere deelnemers duurder dan voor jongere deelnemers. Daardoor betalen jongere deelnemers eigenlijk mee aan de pensioenopbouw van oudere deelnemers. 

Met de nieuwe regels voor pensioen vanaf 1 januari 2026 is dat niet meer zo. Iedereen heeft met de nieuwe regels voor pensioen een pensioenpot. U en uw werkgever betalen premie (geld) voor uw pensioen. Het geld in uw pensioenpot blijven we gezamenlijk beleggen om uw pensioen verder te laten groeien. Dat geldt voor alle deelnemers. Dus voor jong en oud. De nieuwe regels zijn daardoor eerlijker. 

Met de regels van nu krijgen jongeren en ouderen naar verhouding evenveel pensioenopbouw voor hun premie. Dat pakt niet voor iedereen even eerlijk uit. Jongeren betalen premie die we nog lang beleggen. Hun geld levert daardoor meer op. Ouderen betalen premie die we korter beleggen. Hun geld groeit daardoor minder. Dit betekent eigenlijk dat jongeren iets te veel premie betalen. En ouderen eigenlijk iets te weinig.

Lange tijd was dat geen groot probleem. Mensen werkten vaak hun hele leven in dezelfde bedrijfstak. Nu wisselen mensen vaker van baan. Dat is een reden waarom er nieuwe regels komen.

Door de nieuwe regels krijgen sommige mensen minder pensioen dan met de regels van nu. Dat komt door de korte periode die zij nog hebben tot de pensioendatum. Zij krijgen daarom 1 keer een extra bedrag in hun pensioenpot. Dat heet compensatie. Dit bedrag komt uit het geld dat Pensioenfonds Schoonmaak al heeft (fondsvermogen). Werkgevers en vakbonden hebben deze compensatie afgesproken. Dat kan alleen als we genoeg geld hebben. Zo willen we de overstap zo eerlijk mogelijk laten verlopen.

Wij beoordelen voor u of u recht heeft op compensatie. Heeft u recht? Dan zit het bedrag al in uw verwachte pensioen met de nieuwe regels. Let op! In het voorlopig overzicht berekenden we uw pensioen alsof wij op 1 januari 2025 al werkten met nieuwe regels. Ook rekenden we met uw persoonlijke situatie. En de financiële situatie van Pensioenfonds Schoonmaak op 1 januari 2025. Onze dekkingsgraad was toen 113,8%. Bij deze dekkingsgraad had Pensioenfonds Schoonmaak voldoende geld om compensatie te geven. Maar het is een 1e inschatting. 

Wij stappen op 1 januari 2026 over naar de nieuwe regels. De dekkingsgraad op 1 januari 2026 bepaalt of u compensatie krijgt. U ziet dat terug in het definitief overzicht dat u in 2026 van ons krijgt. Dat zal op zijn laatst in de maand juni zijn. Maar wij doen ons best om het eerder te sturen.

We kijken naar uw leeftijd in hele jaren op 1 januari 2026. Stel: u bent 63 jaar op 1 januari 2026. Dan is uw maximale compensatie 5,2 procent van uw pensioengrondslag. Uw pensioengrondslag is het deel van uw salaris waarover u pensioen opbouwt. U vindt hier een tabel met percentages voor compensatie per leeftijd. De percentages staan niet vast. Die kunnen nog veranderen.

Hoe berekenen we de pensioengrondslag voor uw compensatie?

Dat doen we zo:

  1. We rekenen met uw uurloon waarover u in 2025 pensioen opbouwde. Dit is uw pensioengevend uurloon met vakantietoeslag. Het uurloon waarover u pensioen kan opbouwen is maximaal € 38,40. Alles daarboven telt niet mee voor uw pensioen.
  2. Van het pensioengevend uurloon trekken we de franchise voor 2025 af. Franchise is het deel van uw uurloon waarover u geen pensioen opbouwt. Dat komt omdat u later naast pensioen ook AOW krijgt. De uurfranchise voor 2025 is: € 7,47.
  3. We rekenen met het totaal aantal uren dat u werkte in 2025. Werkte u niet het hele jaar in de sector Schoonmaak? Dan rekenen we met de uren die u wel in de sector Schoonmaak werkte. En rekenen dit om naar het totaal aantal uren voor heel 2025.

Nee. Dat komt doordat we in het voorlopig overzicht rekenden met onze financiële situatie op 1 januari 2025. We gebruikten hiervoor de dekkingsgraad van 1 januari 2025. Die was toen 113,8%. In het definitief overzicht rekenen we met de dekkingsgraad van 1 januari 2026. Die kan dus hoger of lager zijn.

De plaatjes met de pijlen

We weten niet hoe de economie zich verder ontwikkelt. We maken wel een inschatting van uw verwachte pensioen. Onder de pijl staat hoeveel pensioen u tot nu toe heeft opgebouwd. 

U ziet daarna bij de 3 pijlen hoe uw opgebouwde pensioen zich kan ontwikkelen.

  1. De middelste pijl: laat uw verwachte pensioen zien met de regels van nu. We denken dat het bedrag bij de middelste pijl het meest haalbaar is. Dat is het bedrag dat het dichtst in de buurt komt van het pensioen dat u later krijgt. Omgerekend naar euro’s van nu.
  2. De linker pijl: laat u een (veel) lager bedrag zien. Dat is wat er gebeurt met uw verwachte pensioen als het minder goed gaat met de economie. 
  3. De rechter pijl: laat u een (veel) hoger bedrag zien. Dat is wat er gebeurt als het met de economie beter gaat dan verwacht. 

Elke pijl laat u een situatie zien. U ziet wat uw pensioen naar verwachting later waard is. Het laat zien hoeveel u met uw pensioen kunt kopen. Dat noemen we koopkracht. U kunt het pensioen zo het beste vergelijken met het inkomen dat u nu heeft. Hoeveel pensioen u later precies krijgt weten we nu nog niet.

Bent u jong? Dan is het verschil tussen de bedragen als het heel erg mee- of tegenzit groot. Hoe jonger u bent, hoe groter het verschil.

Bent u al wat ouder? Dan is het verschil tussen de bedragen als het heel erg mee- of tegenzit klein. Hoe ouder u bent, hoe kleiner het verschil.

Bij alle 3 de pijlen geldt totdat u met pensioen gaat:

  • Dat u samen met uw werkgever premie (geld) betaalt voor uw pensioen als u nog werkt. Als u arbeidsongeschikt bent, betalen wij (voor een deel) uw premie. Zo bouwt u ook als u arbeidsongeschikt bent nog (voor een deel) pensioen op.
  • Dat wij uw pensioen beleggen. Het resultaat van de beleggingen (rendement) voegen we aan uw pensioen toe. Uw pensioen wordt hierdoor hoger.
  • Dat er sprake is van prijsstijgingen in de toekomst. Hierdoor wordt de waarde van uw pensioen lager. U kunt dan met uw pensioen minder kopen. 

De verhoging van pensioen met de regels van nu mag alleen als de prijzen stijgen. Er is nu dus een grens aan hoeveel het pensioen omhoog mag gaan. Zijn de bedragen bij de pijl ‘als het heel erg meezit’ en de pijl ‘verwacht’ hetzelfde? Dan is de verhoging al maximaal. Meer verhogen kan dan niet. Ook niet als het heel erg meezit. 

Met de nieuwe regels voor pensioen beweegt uw pensioen mee met de economie. En met de opbrengst (rendement) van de beleggingen. Dat betekent dat uw pensioen meer of minder stijgt dan de prijzen. Hoeveel pensioen u krijgt weten we nu dus nog niet precies. 

In de nieuwe regels is er geen grens meer die afhangt van prijsstijging. Daarom is het bedrag bij: ‘als het heel erg meezit’ hoger dan bij de regels van nu. De kans is klein dat u dit hoge bedrag krijgt. Uw verwachte pensioen is meestal lager dan dit hoge bedrag. 

Dat komt door 2 veranderingen met de nieuwe regels:

  1. We hoeven minder geld opzij te zetten. 
  2. Er is geen (wettelijke) bovengrens meer voor de verhoging van pensioen. 

We leggen ze kort uit.

1. We hoeven met de nieuwe regels minder geld opzij te zetten 

Vanaf 1 januari 2026 beweegt uw pensioen meer mee met de economie. En met de opbrengst van de beleggingen. Als het goed gaat kan uw pensioen sneller omhoog. Zo heeft u sneller meer geld om van te leven. Maar pensioenen kunnen ook omlaag. Om dat te voorkomen zetten we geld opzij. Dat gaat in een gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve). Zo proberen we zo veel mogelijk te voorkomen dat de pensioenen opeens (veel) lager worden. 

Met de regels van nu moeten we meer geld opzijzetten. Meer dan met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026. Dat staat zo in de wet. Nu kan uw pensioen daarom minder snel omhoog. Met de nieuwe regels is dat niet meer zo. En daardoor is uw verwachte pensioen met de nieuwe regels (veel) hoger. Hoger dan met de regels van nu.

2. Met de nieuwe regels voor pensioen is er geen (wettelijke) bovengrens voor verhogingen. 

De wettelijke grens voor verhoging van uw opgebouwde pensioen geldt tot 1 januari 2026. De verhoging van pensioen met de regels van nu mag alleen als de prijzen stijgen. Maar uw pensioen van nu mag niet meer omhooggaan dan de stijging van de prijzen.

Met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026 verandert dat. Uw pensioen beweegt mee met de economie. En ook met de opbrengsten (rendement) van de beleggingen. Het geld in uw pensioenpot kan dus omhoog of omlaaggaan. Of dat zo is hangt af van de opbrengst van de beleggingen. En van uw leeftijd. Het kan dus meer of minder omhooggaan dan de stijging van de prijzen.

Vanaf 1 januari 2026 is de verwachte koopkracht van uw pensioen (veel) hoger. Dat komt dus doordat er met de nieuwe regels geen bovengrens meer is voor verhogingen.

Vanaf 1 januari 2026 beweegt uw pensioen meer mee met de economie. En met de beleggingen. De opbrengst van beleggingen verdelen wij direct. Als het heel erg meezit krijgt u daardoor meer geld in uw pensioenpot. Dat zorgt voor een (veel) hoger verwacht pensioen. Maar de economie kan ook heel erg tegenzitten. De opbrengsten van de beleggingen zijn dan ook (veel) minder. Daardoor heeft u (veel) minder geld in uw pensioenpot. En dat zorgt voor een (veel) lager verwacht pensioen.

Bent u met pensioen? Dan willen we als het heel erg tegenzit proberen te voorkomen dat uw pensioen omlaaggaat. Daarvoor zetten geld opzij in een gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve). 

We gebruiken met de nieuwe regels een andere berekening. 

We kijken daarbij naar 2 dingen: 

1. Opbrengsten van de beleggingen in de toekomst 

Met de nieuwe regels tellen we tot uw AOW-leeftijd de verwachte opbrengsten van beleggingen mee. Dat is in de pensioenregeling van nu niet zo.

Voor de berekening van uw pensioen gaan wij uit van uw AOW-leeftijd. Bent u nog jong? Dan duurt het nog lang voordat u met pensioen gaat. We hebben dan nog veel tijd om het geld voor uw pensioen te beleggen. 

2. Prijsstijgingen in de toekomst (koopkracht)

Met de regels van nu houden we geen rekening met verwachte verhogingen van uw pensioen. Dat doen we in de nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2026 wel.

Houden we bij uw verwachte pensioen rekening met prijsstijgingen? Dan weet u wat u in de toekomst met dat (reële) bedrag kunt kopen. Dan noemen we koopkracht. Het geeft aan hoeveel uw pensioen later waard is. Dit bedrag is makkelijker te vergelijken met uw inkomen en uitgaven van nu. Een bedrag zonder prijsstijgingen noemen we een nominaal bedrag.

We laten hieronder 2 voorbeelden zien. Bekijk ook de video van mijnpensioenoverzicht.nl

Voorbeeld 1

Stel u krijgt over 30 jaar € 100 pensioen. Dan kunt u daarmee minder kopen dan nu. De prijzen stijgen. Het is belangrijk dat u weet wat er bij prijsstijgingen met uw pensioen gebeurt. In dit voorbeeld is uw pensioen dan geen € 100 maar € 40 waard. In het plaatje met de 3 pijlen houden we daarom rekening met verwachte prijsstijgingen. Zo weet u beter waar u aan toe bent.

Voorbeeld 2

Stel u bent nu 37 jaar en 3 maanden. En u gaat op uw AOW-leeftijd met pensioen. U bent dan 67 jaar en 3 maanden. Dat is over 30 jaar en duurt dus nog lang. Stel u koopt nu voor € 50 boodschappen. Als u met pensioen gaat zijn de prijzen hoger. Dat betekent dat u dan met dezelfde € 50 minder boodschappen kunt kopen. In de bedragen bij de 3 pijlen houden we rekening met deze verwachte stijging van de prijzen. Dit noemen we reële bedragen. Zo weet u beter waar u aan toe bent.

De bedragen in het plaatje met de 3 pijlen voor uw pensioen met de nieuwe regels

In het plaatje met de 3 pijlen is het bedrag onderaan het plaatje: uw opgebouwde pensioen op       

1 januari 2025 een nominaal bedrag. Dit is het bedrag dat u tot nu toe aan pensioen heeft opgebouwd. Hier is geen rekening gehouden met prijsstijgingen in de toekomst. Dat noemen wij een nominaal bedrag. 

In de bedragen met de 3 pijlen (als het heel erg tegenzit, verwachte pensioen en als het heel erg meezit) is wel rekening gehouden met prijsstijgingen in de toekomst. Dit zijn dus reële bedragen. Ze laten zien wat u later met uw pensioen kunt kopen. 

U werkt en betaalt premie. Of u bent arbeidsongeschikt en krijgt premievrije pensioenopbouw. Premievrij betekent zonder kosten voor u. Dat blijft zo tot uw AOW-leeftijd. Verder houden we rekening met verwachte opbrengsten (rendement) van onze beleggingen in de toekomst. Uw pensioen bij het plaatje is (veel) hoger dan uw opgebouwde pensioen onder het plaatje met de 3 pijlen. Hoe jonger u bent, hoe groter het verschil.

Met de regels van nu houden we geen rekening met de verwachte verhogingen in de toekomst. Elk jaar opnieuw keken we of we uw pensioen konden verhogen. Daarbij keken we naar de stijging van de lonen en de prijzen. Of dat kon en met hoeveel hing af van de financiële situatie van het fonds. Dus of het fonds genoeg geld had. 

Het pensioen voor uw (eventuele) partner of kinderen

Met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026 is er recht op (tijdelijk) partnerpensioen zolang u pensioen opbouwt. Gaat u uit dienst en heeft u nog geen nieuwe baan? Dan is er met de nieuwe regels een tijdelijk partnerpensioen voor een periode van 3 maanden verzekerd. Overlijdt u in deze periode? Dan krijgt uw partner tijdelijk partnerpensioen van ons. Gaat u uit dienst en ontvangt u aansluitend een ZW- of WW-uitkering van UWV? Dan heeft uw partner ook recht op tijdelijk partnerpensioen wanneer u overlijdt.  

Het pensioen voor uw partner kan hoger of lager zijn met de nieuwe regels. Dat hangt af van uw persoonlijke situatie. Hieronder leest u waarom het bedrag hoger is. En waarom het lager kan zijn.

Wanneer u overlijdt krijgt uw partner ieder jaar een pensioen van € 12.500 bruto. Als u volledig werkte krijgt uw partner dit tot aan de AOW-leeftijd. Werkte u voor een deel? Dan krijgt uw partner een deel van dat bedrag tot aan de AOW-leeftijd. 

Bijvoorbeeld

U werkt 40 procent. Uw partner krijgt dan 40 procent van € 12.500. Dat is € 5.000 bruto per jaar. 

Heeft u ook partnerpensioen opgebouwd vóór 1 januari 2003? Dan krijgt uw partner dit opgebouwde partnerpensioen levenslang. Let op! Uw partner krijgt dit partnerpensioen naast het hierboven genoemde bedrag. Uw partner krijgt dan tot de AOW-leeftijd een hoger bedrag.

Heeft u partnerpensioen opgebouwd tot januari 2003? En bouwt u op het moment van overlijden geen pensioen meer op? Dan krijgt uw partner levenslang het partnerpensioen dat u vóór 2003 opbouwde. Bouwt u tot uw overlijden pensioen op? Dan kijken wij hoeveel pensioen u ná 2003 zou opbouwen tot aan uw 67e. Uw partner krijgt dan een partnerpensioen van 70 procent van dat bedrag. 

Bijvoorbeeld

U had tot aan uw 67e een partnerpensioen van € 1000 bruto per jaar kunnen opbouwen. Uw partner krijgt dan 70 procent van € 1000. Dat is € 700 bruto per jaar. Uw partner krijgt dit pensioen levenslang. 

Uw kinderen krijgen wezenpensioen als zij jonger dan 25 jaar zijn en uiterlijk tot dat ze 25 worden. 

  • Uw kinderen krijgen iedere maand wezenpensioen.
  • Elk kind krijgt 4 procent van uw salaris. Het gaat om het salaris waarover u pensioen opbouwde. 

Voorbeeld

Stel het salaris waarover u pensioen opbouwde was € 24.000. Dan krijgt ieder kind 4 procent van € 24.000. Dat is € 960 bruto per jaar. 

  • Overlijden beide ouders? Dan zien wij uw kinderen als volle wezen. Ieder kind krijgt dan 8 procent van uw salaris. Het gaat om het salaris waarover u pensioen opbouwde. 

Voorbeeld

Stel het salaris waarover u pensioen opbouwde was € 24.000. Dan krijgt elk kind 2 x 4 procent = 8 procent van € 24.000. Dat is € 1.920 bruto per jaar. 

  • Uw kinderen krijgen wezenpensioen tot 25 jaar.

Krijgen uw kinderen al wezenpensioen voor 1 januari 2026? En studeren zij nog als ze 25 jaar zijn? Dan krijgen zij tot 27 jaar wezenpensioen. Heeft u vóór 2003 wezenpensioen opgebouwd? En ontvingen uw kinderen nog geen wezenpensioen voor 1 januari 2026? Dan krijgen uw kinderen het wezenpensioen ook tot 27 jaar.

Uw kind krijgt met de regels van nu wezenpensioen tot 18 jaar. Studeert uw kind? Dan betalen we het wezenpensioen tot 27 jaar. Maar alleen als uw kind voor meer dan 20 uur per week een opleiding volgt. Ieder kind krijgt 20 procent van het partnerpensioen. 

  • Overlijden beide ouders? Dan verdubbelt het fonds het wezenpensioen. Ieder kind krijgt dan 40 procent van het partnerpensioen. 

Voorbeeld: Stel het partnerpensioen is € 200 bruto per jaar. Dan krijgt ieder kind 20 procent van € 200. Dat is € 40 bruto per jaar. Stel beide ouders overlijden? Dan krijgt ieder kind 40 procent van € 200. Dat is € 80,00 bruto per jaar. Uw kind krijgt géén wezenpensioen als u alleen pensioen opbouwde na 2003. En niet meer in de schoonmaak werkt. 

Hoe uw pensioen met de nieuwe regels meebeweegt met de economie

We weten nu nog niet precies hoeveel pensioen u later krijgt. Dat komt doordat uw pensioen met de nieuwe regels meebeweegt met de economie. En met de opbrengst (rendement) van de beleggingen. Het is moeilijk om te voorspellen hoe de economie zich ontwikkelt. 

Bouwt u pensioen op? 

Dan heeft u een pensioenpot. Daarin zit het geld voor uw pensioen. Gaat het slecht met de economie en onze beleggingen? Dan kan dat zorgen voor minder geld in uw pensioenpot. Uw verwachte pensioen kan dan omlaaggaan. Gaat het goed met de economie en onze beleggingen? Dan kan dat zorgen voor meer geld in uw pensioenpot. Uw verwachte pensioen kan dan omhooggaan. 

Bent u al met pensioen?

Dan stellen wij uw pensioen ieder jaar op 1 januari opnieuw vast. We proberen uw pensioen ieder jaar te verhogen. Dat kan als het goed gaat met de economie en onze beleggingen. Maar gaat het slecht met de economie? Dan kan uw pensioen omlaaggaan. 

We proberen het omlaaggaan van uw pensioen zoveel mogelijk te voorkomen.

Daarvoor hebben we maatregelen genomen. We beleggen bijvoorbeeld met minder risico. En we zetten geld opzij in onze gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve). Gaat het slecht met de economie? Dan halen we geld uit de gezamenlijke buffer. Zo proberen wij uw pensioen in slechte tijden zo gelijk mogelijk te houden.

Dit is een nieuwe berekening die we eerst nog niet kenden. Daarom tonen we geen bedragen bij uw pensioen van nu. 

Met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026 stellen wij elk jaar uw pensioen opnieuw vast.

Zo krijgt u een eerste indruk hoe het pensioen zich ontwikkelt. We bedoelen dan het bedrag dat u krijgt nadat u met pensioen bent. We gaan er bij de berekening vanuit dat u op uw AOW-leeftijd met pensioen gaat. Wat u ziet is een verwachting van uw pensioen 10 jaar later. We kijken dus (ver) in de toekomst. En gaan er bij het bedrag vanuit dat u al 10 jaar met pensioen bent. 

Het kan nog lang duren voordat u 10 jaar met pensioen bent. Hoe jonger u bent hoe verder dat moment weg ligt. En hoe groter de kans op veranderingen. Het is daardoor moeilijker te voorspellen hoeveel pensioen u op dat moment krijgt. Het verschil tussen de bedragen als het mee- of tegenzit zijn ook (veel) groter.

Let op! Met de regels van nu staat de hoogte van uw pensioen ook niet vast. Uw pensioen met de regels van nu kan dus ook ieder jaar omhoog- of omlaaggaan. 

De kans is groot dat uw pensioen op een bedrag tussen het hoogste en laagste bedrag uitkomt. De 3 bedragen met de nieuwe regels liggen ver uit elkaar. We weten nog niet hoeveel pensioen u later krijgt. Het kan heel erg meevallen. Maar ook heel erg tegenvallen. Hoe jonger u bent, hoe meer tijd wij hebben om te beleggen. En hoe groter het verschil tussen de 3 bedragen. 

Houd er rekening mee dat de kans erg klein is dat u het hoogste bedrag krijgt.
Het is de uitkomst als de economische ontwikkelingen extreem positief zijn. Daarom is het belangrijk dat u regelmatig kijkt hoeveel pensioen u kunt verwachten. Log hiervoor in op uw persoonlijke omgeving.

Contact