Veelgestelde vragen over het voorlopig overzicht

Ik bouwde pensioen op

U bouwde pensioen op bij Pensioenfonds Schoonmaak

U krijgt van ons een voorlopig overzicht. Hierop ziet u bedragen van uw pensioen met de nieuwe regels. En met de regels van nu. We snappen dat u vragen heeft. Daarom leggen we graag uit wat dit overzicht betekent. En wat u kunt doen als u meer wilt weten.

Algemene vragen over het voorlopige overzicht

U krijgt het voorlopig overzicht via de post of digitaal bij “Uw berichten”. Dit ligt aan de keuze die u eerder maakte over het krijgen van berichten.

Het voorlopig overzicht bestaat uit 2 delen: 

Deel 1 is de brief bij het Pensioenoverzicht

Of het 1e deel van het voorlopig overzicht. Hierin staan de belangrijkste bedragen van uw pensioen. U ziet een 1e inschatting van uw pensioen met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026. En u ziet het bedrag van uw pensioen nu. Zo kunt u goed vergelijken. En heeft u snel een 1e indruk van uw verwachte pensioen met de nieuwe regels. 

Deel 2 bestaat uit een uitgebreide berekening van uw pensioen

Krijgt u het voorlopig overzicht via de post? Dan begint deel 2 bij: Uw verwachte pensioen met de nieuwe regels en de regels van nu. 

Krijgt u alleen deel 1 bij uw voorlopig overzicht? Bekijk dan deel 2 op onze website. U logt in met uw DigiD. Daar staat vanaf 28-11 voor u het complete voorlopig overzicht klaar.

In de uitgebreide berekening in deel 2 leggen we verschillende onderwerpen uit. Bij elk onderwerp ziet u eerst het verwachte pensioen met de nieuwe regels. U ziet daarna uw verwachte pensioen met de regels van nu. De onderwerpen zijn:

Uw pensioengegevens

U ziet uw persoonlijke gegevens. Uw pensioengegevens met de nieuwe regels. En uw pensioengegevens met de regels van nu.

Eerste inschatting van het verwachte pensioen met de nieuwe regels  

We berekenden uw pensioen met de nieuwe regels. In het voorlopig overzicht krijgt u een eerste inschatting van uw verwachte pensioen vanaf 1 januari 2026. Let op: het is een eerste inschatting. U krijgt uw definitief overzicht volgend jaar. U ziet ook bedragen van uw verwachte pensioen met de regels van nu. Zo kunt u goed vergelijken. Voor de berekening gebruikten wij uw gegevens van 1 januari 2025. En gingen wij ervan uit dat u op uw AOW-leeftijd met pensioen gaat.

Uitleg bij de plaatjes met de 3 pijlen                                                     

De middelste pijl laat uw verwachte pensioen zien met de nieuwe regels. Wij denken dat het bedrag bij de middelste pijl het meest haalbaar is. Dat bedrag komt naar verwachting het dichtst in de buurt bij het pensioen dat u later krijgt. Omgerekend naar euro’s van nu. 

Bij de linker pijl ziet u een (veel) lager bedrag. Dat is wat er gebeurt met uw verwachte pensioen als het minder goed gaat met de economie. 

Bij de rechter pijl ziet u een (veel) hoger bedrag. Dat is het verwachte bedrag als het beter gaat dan verwacht.

Hoe het pensioen meebeweegt met de economie als u met pensioen bent.         

We kunnen nu nog niet precies zeggen hoeveel pensioen u later krijgt. Daarom ziet u in het plaatje met de 3 pijlen ook 3 bedragen. Het is namelijk moeilijk om goed te voorspellen hoe de economie zich ontwikkelt. Wilt u een inschatting van het bedrag van uw pensioen, 10 jaar nadat u met pensioen bent? Kijk dan naar het middelste bedrag bij de pijlen. 

Wat krijgt uw eventuele partner wanneer u overlijdt?   

Er zijn 2 situaties belangrijk voor het bepalen van partnerpensioen. Dat is zo in de regeling van nu. En dat blijft ook zo in de nieuwe regeling vanaf 1 januari 2026. 

De 2 situaties zijn:               

  1. Wanneer u overlijdt en geen pensioen meer opbouwt bij ons.
  2. Als u overlijdt wanneer u met pensioen bent.

Wilt u hier meer over weten? Log dan in op uw persoonlijke omgeving.

Wat krijgen uw eventuele kinderen wanneer u overlijdt?  

Er zijn 2 situaties belangrijk voor het bepalen van wezenpensioen. Dat is zo in de regeling van nu. En dat blijft ook zo in de nieuwe regeling vanaf 1 januari 2026. 

De 2 situaties zijn: 

  1. Wanneer u overlijdt en geen pensioen meer opbouwt bij ons.
  2. Als u overlijdt wanneer u met pensioen bent.

Wilt u hier meer over weten? Log dan in op uw persoonlijke omgeving.

We leggen met vragen en antwoorden uit waarom u verschillen ziet tussen de bedragen. Let op: niet iedere vraag geldt voor iedereen. Dit ligt aan uw persoonlijke situatie.

We berekenden de bedragen voor uw pensioen van nu volgens de regels op 1 januari 2025. Dat pensioen staat ook op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) 2025. 

Ook ziet u het verwachte pensioen met de nieuwe regels. Dat is een eerste inschatting. De verwachte bedragen berekenden we alsof we op 1 januari 2025 al met de nieuwe regels werkten.

We gebruikten in het voorlopig overzicht uw persoonlijke gegevens. En onze gegevens op 1 januari 2025. Daarbij keken we ook naar hoeveel geld we hadden (financiële situatie). Dat ziet u aan onze dekkingsgraad. Kijk op de pagina dekkingsgraad als u hier meer over wilt weten. Op 1 januari 2025 was onze dekkingsgraad 113,8%. Deze dekkingsgraad gebruikten wij bij de verdeling van al ons geld (fondsvermogen). Met verdelen bedoelen we het verdelen van het geld over de pensioenen van alle deelnemers. 

Op onze pagina over het vernieuwde pensioenstelstel leest u meer over de veranderingen. En over wat er hetzelfde bleef in de nieuwe pensioenregeling.

In het voorlopig overzicht rekenen we voor het verwachte pensioen met de nieuwe regels voor pensioen. Daarbij houden we rekening met uw AOW-leeftijd volgens de regels van nu. AOW is pensioen dat u later krijgt van de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

  • Bent u geboren op of vóór 31 december 1960? Dan is de AOW-leeftijd 67 jaar.
  • Bent u geboren op of na 1 januari 1961? Dan is de AOW-leeftijd nu 67 jaar en 3 maanden. 

De AOW-leeftijd hangt af van uw geboortedatum. En van de levensverwachting.

U vindt de actuele AOW-leeftijden op de website van de Sociale Verzekeringsbank

Ja, de bedragen voor uw pensioen veranderen nog. In het voorlopig overzicht rekenen we met uw gegevens op 1 januari 2025. En onze dekkingsgraad op 1 januari 2025. In het definitief overzicht rekenen we met uw gegevens. En de dekkingsgraad op de datum waarop wij uw pensioen echt overzetten: 1 januari 2026.

Kijk op onze website als u meer wilt weten over uw pensioen met de nieuwe regels
U leest er meer over verschillen tussen bedragen met nieuwe regels. En met de regels van nu. Ook ziet uw meer (verwachte) bedragen. Log in op onze website

De financiële situatie van Pensioenfonds Schoonmaak kan veranderen. Dat kan ook met uw persoonlijke situatie. Elk pensioen en elke persoonlijke situatie is anders. Daarom is het lastig om vooraf te zeggen wat er precies gebeurt als de situatie verandert. Bij ons of bij u. 

Bij ons kan bijvoorbeeld de dekkingsgraad veranderen. We rekenden in het voorlopig overzicht met uw gegevens en onze dekkingsgraad op 1 januari 2025. De dekkingsgraad was toen 113,8%. Deze dekkingsgraad gebruiken wij voor het verdelen van het geld (fondsvermogen). Met verdelen bedoelen we verdelen van het geld over de pensioenen van alle deelnemers. 

In januari 2026 is de nieuwe dekkingsgraad bekend. Gaat de dekkingsgraad omhoog? Dan kunnen we meer geld verdelen over alle pensioenen. Gaat de dekkingsgraad omlaag? Dan kan uw pensioen lager worden. Want dan hebben we minder geld om te verdelen over alle pensioenen. Kijk op de pagina dekkingsgraad als u hier meer over wilt weten.

Kijk op onze website als u meer wilt weten over uw pensioen met de nieuwe regels
U leest er meer over verschillen tussen bedragen met nieuwe regels. En met de regels van nu. Ook ziet uw meer (verwachte) bedragen. Log in op onze website

Met de regels van nu gaan wij ervan uit dat u op 67 jaar met pensioen gaat. Als u bent geboren na 1962 is uw AOW-leeftijd op dit moment 67 jaar en 3 maanden. U krijgt met de nieuwe regels dus iets later uw pensioen. Wij betalen uw pensioen zolang u leeft. Maar die periode is met de nieuwe regels iets korter. Daarom krijgt u met de nieuwe regels een iets hoger pensioen.

U krijgt met de nieuwe regels pensioen zolang u leeft. Dat is zo met de regels van nu en dat blijft zo. 

Wat is TextBuddy?

TextBuddy is een leeshulp. Met de leeshulp kunt u: 

  • Pensioeninformatie vertalen in 19 talen 
  • Teksten lezen in makkelijke taal 
  • De informatie laten voorlezen, voor wie liever luistert 

Veel mensen bij Pensioenfonds Schoonmaak zijn op latere leeftijd naar Nederland gekomen. Zij spreken en lezen de taal niet altijd goed. En vinden informatie over pensioen moeilijk. Wij willen dat iedereen onze informatie over pensioen begrijpt. Pensioen is belangrijk, maar soms lastig. TextBuddy helpt daarbij. 

Iedereen die pensioen opbouwt of krijgt bij Pensioenfonds Schoonmaak.

U kunt TextBuddy gebruiken voor het lezen van uw voorlopig overzicht. We leggen u graag stap voor stap uit hoe u TextBuddy kunt gebruiken:

Staat het voorlopig overzicht digitaal voor u klaar? 

  1. Ga naar pensioenschoonmaak.nl en log in met uw DigiD 
  2. Open het bericht ‘voorlopig overzicht’ in uw berichten 
  3. Scan de QR-code op de brief of ga naar de link 
  4. Lees uw voorlopig overzicht in een andere taal. In makkelijke taal. Of laat TextBuddy uw voorlopig overzicht voorlezen.  

Heeft u uw voorlopig overzicht per post ontvangen? 

  1. Scan de QR-code op de brief of ga naar de link
  2. Lees uw voorlopig overzicht in een andere taal. In makkelijk taal. Of laat TextBuddy uw voorlopig overzicht voorlezen.

We zijn blij dat mensen TextBuddy gebruiken. In de komende tijd kijken we hoe we TextBuddy nog beter kunnen gebruiken. 

De financiële situatie van Pensioenfonds Schoonmaak

Met de nieuwe regels krijgt iedereen een pensioenpot. U ook. De nieuwe regels starten op 1 januari 2026. Op die datum zetten wij uw pensioen van nu over naar de nieuwe regels voor pensioen. Pensioenfonds Schoonmaak maakte voor een eerlijke verdeling van al haar geld (fondsvermogen) verschillende keuzes.

Voorbeelden van keuzes voor een eerlijke verdeling zijn:

  • Hoeveel geld er in de pensioenpot van elke deelnemer komt.
  • Hoeveel geld we nodig hebben om het pensioen van een bepaalde groep mensen aan te vullen.
  • We bedoelen dan mensen die mogelijk nadeel hebben van de overstap naar de nieuwe regels.
  • Hoeveel geld we stoppen in de gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve).

In ons transitieplan (pdf) vindt u de afgesproken regels over de verdeling van het fondsvermogen (geld). U vindt hier ook een samenvatting van ons transitieplan.

Nee, u bouwt geen pensioen meer op bij Pensioenfonds Schoonmaak. Compensatie is er voor deelnemers die op 31 december 2025 deelnemer zijn. En pensioen opbouwen. Dus alleen als u nog werkt in de sector Schoonmaak. Of als u arbeidsongeschikt bent en pensioen opbouwt bij ons (premievrije pensioenopbouw).

Met de regels van nu krijgen jongeren en ouderen naar verhouding evenveel pensioenopbouw voor hun premie. Dat pakt niet voor iedereen even eerlijk uit. Jongeren betalen premie die we nog lang beleggen. Hun geld levert daardoor meer op. Ouderen betalen premie die we korter beleggen. Hun geld groeit daardoor minder. Dit betekent eigenlijk dat jongeren iets te veel premie betalen. En ouderen eigenlijk iets te weinig.

Lange tijd was dat geen groot probleem. Mensen werkten vaak hun hele leven in dezelfde bedrijfstak. Nu wisselen mensen vaker van baan. Dat is een reden waarom er nieuwe regels komen.

Door de nieuwe regels kunt u minder pensioen krijgen sommige mensen minder pensioen dan wanneer de regels van nu waren blijven gelden. Dat komt door de korte periode die zij nog hebben tot de pensioendatum. Zij krijgen daarom 1 keer een extra bedrag in hun pensioenpot. Dat heet compensatie. Dit bedrag komt uit het geld dat Pensioenfonds Schoonmaak al heeft (fondsvermogen). Werkgevers en vakbonden hebben deze compensatie afgesproken. Dat kan alleen als we genoeg geld hebben. Zo willen we de overstap zo eerlijk mogelijk laten verlopen.

Er blijf geld over als we meer geld hebben dan de waarde van alle pensioenen bij elkaar. En het minimale bedrag dat wij opzij moeten zetten. Dat bedrag hebben wij nodig als het slechter gaat met de economie. Het bedrag stoppen wij in onze gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve). Hebben we geld over? Dan verdelen wij dat geld over alle deelnemers. Sociale partners maakten hier eerlijke afspraken over. Zodat niemand extra voor- of nadeel heeft. 

Voor jonge deelnemers die geen pensioen meer opbouwen geldt een uitzondering. Zij krijgen wat extra geld in hun pensioenpot. Daarmee voorkomt Pensioenfonds Schoonmaak dat zij er met de nieuwe regels op achteruitgaan.

Wij beoordelen voor u of u recht heeft op compensatie. Heeft u recht? Dan zit het bedrag al in uw verwachte pensioen met de nieuwe regels. Let op! In het voorlopig overzicht berekenden we uw pensioen alsof wij op 1 januari 2025 werkten met nieuwe regels. Ook rekenden we met uw persoonlijke situatie. En de financiële situatie van Pensioenfonds Schoonmaak op 1 januari 2025. Onze dekkingsgraad was toen 113,8%. Bij deze dekkingsgraad had Pensioenfonds Schoonmaak voldoende geld om compensatie te geven. Maar het is een 1e inschatting. 

Wij stappen op 1 januari 2026 over naar de nieuwe regels. De dekkingsgraad op 1 januari 2026 bepaalt of u compensatie krijgt. U ziet dat terug in het definitief overzicht dat u in 2026 van ons krijgt. Dat zal op zijn laatst in de maand juni zijn. Maar wij doen ons best om het eerder te sturen.

Nee. Dat komt doordat we in het voorlopig overzicht rekenden met onze financiële situatie op 1 januari 2025. We gebruikten hiervoor de dekkingsgraad van 31 december 2024. Die was toen 113,8%. Bij de definitieve berekening rekenen we met de (actuele) dekkingsgraad van 1 januari 2026.

De plaatjes met pijlen

De verhoging van pensioen met de regels van nu mag alleen als de prijzen stijgen. Er is nu dus een grens aan hoeveel het pensioen omhoog mag gaan. Zijn de bedragen bij de pijl ‘als het heel erg meezit’ en de pijl ‘verwacht’ hetzelfde? Dan is de verhoging al maximaal. Meer verhogen kan dan niet. Ook niet als het heel erg meezit. 

Met de nieuwe regels voor pensioen beweegt uw pensioen mee met de economie. En met de opbrengst (rendement) van de beleggingen. Dat betekent dat uw pensioen meer of minder stijgt dan de prijzen. Hoeveel pensioen u krijgt weten we nu dus nog niet precies. 

In de nieuwe regels is er geen grens meer die afhangt van prijsstijging. Daarom is het bedrag bij: ‘als het heel erg meezit’ hoger dan bij de regels van nu. De kans is klein dat u dit hoge bedrag krijgt. Uw verwachte pensioen is meestal lager dan dit hoge bedrag. 

Dat komt door 2 veranderingen met de nieuwe regels:

  1. We hoeven minder geld opzij te zetten. 
  2. Er is geen (wettelijke) bovengrens meer voor de verhoging van pensioen. 

We leggen ze kort uit.

1. We hoeven met de nieuwe regels minder geld opzij te zetten 

Vanaf 1 januari 2026 beweegt uw pensioen meer mee met de economie. En met de opbrengst van de beleggingen. Als het goed gaat kan uw pensioen sneller omhoog. Zo heeft u sneller meer geld om van te leven. Maar pensioenen kunnen ook omlaag. Om dat te voorkomen zetten we geld opzij. Dat gaat in een gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve). Zo proberen we zo veel mogelijk te voorkomen dat de pensioenen opeens (veel) lager worden. 

Met de regels van nu moeten we meer geld opzijzetten. Meer dan met de nieuwe regels vanaf  1 januari 2026. Dat staat zo in de wet. Nu kan uw pensioen daarom minder snel omhoog. Met de nieuwe regels is dat niet meer zo. En daardoor is uw verwachte pensioen met de nieuwe regels (veel) hoger. Hoger dan met de regels van nu.

2. Met de nieuwe regels voor pensioen is er geen (wettelijke) bovengrens voor verhogingen. 

De wettelijke grens voor verhoging van uw opgebouwde pensioen geldt tot 1 januari 2026. De verhoging van pensioen met de regels van nu mag alleen als de prijzen stijgen. Maar uw pensioen van nu mag niet meer omhooggaan dan de stijging van de prijzen.

Met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026 verandert dat. Uw pensioen beweegt mee met de economie. En ook met de opbrengsten (rendement) van de beleggingen. Het geld in uw pensioenpot kan dus omhoog of omlaaggaan. Of dat zo is hangt af van de opbrengst van de beleggingen. En van uw leeftijd. Het kan dus meer of minder omhooggaan dan de stijging van de prijzen.

Vanaf 1 januari 2026 is de verwachte koopkracht van uw pensioen (veel) hoger. Dat komt dus doordat er met de nieuwe regels geen bovengrens meer is voor verhogingen. 

Vanaf 1 januari 2026 beweegt uw pensioen meer mee met de economie. En met de beleggingen. De opbrengst van beleggingen verdelen wij direct. Als het heel erg meezit krijgt u daardoor meer geld in uw pensioenpot. Dat zorgt voor een (veel) hoger verwacht pensioen. Maar de economie kan ook heel erg tegenzitten. De opbrengsten van de beleggingen zijn dan ook (veel) minder. Daardoor heeft u (veel) minder geld in uw pensioenpot. En dat zorgt voor een (veel) lager verwacht pensioen.

Bent u met pensioen? Dan willen we als het heel erg tegenzit proberen te voorkomen dat uw pensioen omlaaggaat. Daarvoor zetten wij geld opzij in een gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve). 

 

Houden we bij uw verwachte pensioen rekening met prijsstijgingen? Dan weet u wat u in de toekomst met dat (reële) bedrag kunt kopen. Dan noemen we koopkracht. Het geeft aan hoeveel uw pensioen later waard is. Dit bedrag is makkelijker te vergelijken met uw inkomen en uitgaven van nu. Een bedrag zonder prijsstijgingen noemen we een nominaal bedrag.

We laten hieronder 2 voorbeelden zien. Bekijk ook de video van mijnpensioenoverzicht.nl

Voorbeeld 1: Stel u krijgt over 30 jaar € 100 pensioen.

Dan kunt u daarmee minder kopen dan nu. De prijzen stijgen. Het is belangrijk dat u weet wat er bij prijsstijgingen met uw pensioen gebeurt. In dit voorbeeld is uw pensioen dan geen € 100 maar € 40 waard. In het plaatje met de 3 pijlen houden we daarom rekening met verwachte prijsstijgingen. Zo weet u beter waar u aan toe bent.

Voorbeeld 2: Stel u bent nu 37 jaar en 3 maanden.

En u gaat op uw AOW-leeftijd met pensioen. U bent dan 67 jaar en 3 maanden. Dat is over 30 jaar en duurt dus nog lang. Stel u koopt nu voor € 50 boodschappen. Als u met pensioen gaat zijn de prijzen hoger. Dat betekent dat u dan met dezelfde € 50 minder boodschappen kunt kopen. 

In de bedragen bij de 3 pijlen houden we rekening met deze verwachte stijging van de prijzen. Dit noemen we reële bedragen. Zo weet u beter waar u aan toe bent.

In het plaatje met de 3 pijlen is het bedrag onderaan het plaatje: uw opgebouwde pensioen op 1 januari 2025 een nominaal bedrag. Dit is het bedrag dat u tot nu toe aan pensioen heeft opgebouwd. Hier houden we geen rekening gehouden met prijsstijgingen in de toekomst. Dat noemen wij een nominaal bedrag. 

In de bedragen met de 3 pijlen (als het heel erg tegenzit, verwachte pensioen en als het heel erg meezit) houden we wel rekening met prijsstijgingen in de toekomst. Dit zijn dus reële bedragen. Ze laten zien wat u later met uw pensioen kunt kopen. 

Bij de 3 bedragen ziet u de mogelijke ontwikkeling van uw opgebouwde pensioen. Uw opgebouwde pensioen op 1 januari 2025 tot uw AOW-leeftijd. Werkt u nog of bent u arbeidsongeschikt? Dan gaan wij er bij de berekening vanuit dat u tot uw AOW-leeftijd deelnemer blijft. En premie betaalt. 

Bij de berekening telt ook de verwachte opbrengst (rendement) van beleggingen in de toekomst mee. Hierdoor is uw pensioen bij de 3 pijlen (veel) hoger dan uw opbouwde pensioen onder het plaatje. Hoe jonger u bent, hoe groter het verschil. 

Met de regels van nu houden we geen rekening met de verwachte verhogingen in de toekomst. Elk jaar opnieuw keken we of we uw pensioen konden verhogen. Daarbij keken we naar de stijging van de lonen en de prijzen. Of dat kon en met hoeveel hing af van de financiële situatie van het fonds. Dus of het fonds genoeg geld had. 

Het pensioen voor uw (eventuele) partner of kinderen

Met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026 is er recht op (tijdelijk) partnerpensioen zolang u pensioen opbouwt. U bouwt op dit moment geen pensioen meer op. Wanneer u overlijdt is er dus geen partnerpensioen voor uw partner. Er zijn 2 uitzonderingen:

Uitzondering 1. Gaat u terug in dienst en na 1 januari 2026 opnieuw uit dienst.

En heeft u nog geen nieuwe baan? Dan blijft u met de nieuwe regels voor een periode van 3 maanden verzekerd voor tijdelijk partnerpensioen. Overlijdt u in deze periode? Dan krijgt uw partner tijdelijk partnerpensioen van ons. Gaat u uit dienst en ontvangt u aansluitend een ZW- of WW-uitkering van UWV? Dan heeft uw partner ook recht op tijdelijk partnerpensioen wanneer u overlijdt.  

Hoe hoog is het tijdelijk partnerpensioen wanneer ik overlijd?

Uw partner krijgt wanneer u overlijdt ieder jaar een pensioen van € 12.500 bruto. Het maakt niet uit hoe hoog uw salaris is. Als u volledig werkte krijgt uw partner dit tot aan de AOW-leeftijd. Werkte u voor een deel? Dan krijgt uw partner een deel van dat bedrag tot aan de AOW-leeftijd. 

Met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026 vervalt de Anw-hiaatverzekering. De Anw-hiaatverzekering zorgde voor een extra uitkering tot AOW-leeftijd. Het tijdelijk partnerpensioen tot AOW-leeftijd vervangt de Anw-hiaatverzekering.

Voorbeeld 1 met nieuwe regels: U werkte 40 procent. Uw partner krijgt dan 40 procent van € 12.500. Dat is € 5.000 bruto per jaar.

Uitzondering 2. U bouwde tot 1 januari 2003 partnerpensioen op

Dan krijgt uw partner wanneer u overlijdt het opgebouwde partnerpensioen tot 1 januari 2003. 

Voorbeeld 2 met regels van nu. Uw opgebouwde pensioen tot 1 januari 2003 is € 2.000 bruto per jaar. Uw partner krijgt dit pensioen levenslang. 

 

Dat komt doordat uw partner 2 soorten partnerpensioen ontvangt. Het tijdelijk partnerpensioen tot uw AOW-leeftijd (voorbeeld 1). En het opgebouwde partnerpensioen zo lang uw partner leeft      (voorbeeld 2).

Voorbeeld 3 met de nieuwe regels en de regels van nu.
U krijgt € 5000 (voorbeeld 1) + € 2.000 (voorbeeld 2) = € 7.000 bruto per jaar. U krijgt dit tot aan uw AOW-leeftijd. Op de AOW-leeftijd stopt het tijdelijk partnerpensioen van € 5.000. En betalen we zolang u leeft alleen nog het opgebouwde partnerpensioen van € 2.000. 

Kijk op onze website als u meer wilt weten over uw pensioen met de nieuwe regels
U leest er meer over verschillen tussen bedragen met de nieuwe regels en regels van nu. En wat er hetzelfde blijft. Ook ziet uw meer (verwachte) bedragen. Log in op onze website

Uw eventuele kinderen krijgen misschien een wezenpensioen wanneer u overlijdt. Dat blijft ook zo met de nieuwe regels. Uw persoonlijke situatie bepaalt hoeveel elk kind krijgt.

Het eventuele opgebouwde wezenpensioen raakt u niet kwijt. Dit hebben wij voor u omgezet naar de nieuwe regels. Het opgebouwde bedrag kan met de nieuwe regels hetzelfde zijn als het bedrag met de regels van nu. Als dit voor u geldt dan ziet u dit in uw voorlopig overzicht:

  • Als u pensioen opbouwt bij: 'als u overlijdt en geen deelnemer meer bent bij Pensioenfonds Schoonmaak’ hetzelfde bedrag.
  • Als u geen pensioen meer opbouwt bij: 'als u overlijdt en nog niet met pensioen bent' hetzelfde bedrag. 

Hieronder  leggen we het wezenpensioen met de nieuwe regels uit. Daarna leest u uitleg bij de regels van nu.

Met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026 is er recht op wezenpensioen zolang u pensioen opbouwt.

U bouwt op dit moment geen pensioen meer op. Wanneer u overlijdt is er dus geen recht op wezenpensioen. Er zijn uitzonderingen: 

Uitzondering 1.

Gaat u terug in dienst en na 1 januari 2026 opnieuw uit dienst? En heeft u nog geen nieuwe baan? Dan blijven uw kinderen met de nieuwe regels voor een periode van 3 maanden verzekerd voor wezenpensioen. Overlijdt u in deze periode? Dan krijgen uw kinderen wezenpensioen van ons. U gaat uit dienst en ontvangt aansluitend een ZW- of WW-uitkering van UWV? Dan hebben uw kinderen ook recht op wezenpensioen wanneer u overlijdt. 

Uitzondering 2. 

U bouwde vóór 1 januari 2003 al pensioen bij ons op. U ziet dit op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO). U krijgt dit via de post. U kunt dit ook altijd inzien op MijnPensioenschoonmaak.

U bouwt op dit moment geen pensioen op. Maar gaat u in 2026 terug in dienst en daarna opnieuw uit dienst? Dan kijken wij of uw kinderen recht hebben op wezenpensioen. Stel er is recht op wezenpensioen:

Uw kinderen krijgen wezenpensioen als zij jonger dan 25 jaar zijn en uiterlijk totdat ze 25 worden. 

  • Uw kinderen krijgen iedere maand wezenpensioen.
  • Elk kind krijgt 4 procent van uw gemaximeerde salaris. Het gaat om het salaris waarover u pensioen opbouwde. 
  • Voorbeeld: Stel het salaris waarover u pensioen opbouwde was € 24.000. Dan krijgt ieder kind 4 procent van € 24.000. Dat is € 960 bruto per jaar. 
  • Overlijden beide ouders? Dan zien wij uw kinderen als volle wezen. Ieder kind krijgt dan 8 procent van uw salaris. Het gaat om het salaris waarover u pensioen opbouwde. 
  • Voorbeeld: Stel het salaris waarover u pensioen opbouwde was € 24.000. Dan krijgt elk kind 2 x 4 procent = 8 procent van € 24.000. Dat is € 1.920 bruto per jaar. 

Krijgen uw kinderen al wezenpensioen voor 1 januari 2026? En studeren zij nog als ze 25 jaar zijn? Dan krijgen zij tot 27 jaar wezenpensioen. Heeft u vóór 2003 wezenpensioen opgebouwd? En ontvingen uw kinderen nog geen wezenpensioen voor 1 januari 2026? Dan krijgen uw kinderen het wezenpensioen ook tot 27 jaar.

Uw kind krijgt met de regels van nu wezenpensioen tot 18 jaar. Volgt uw kind een opleiding voor meer dan 20 uur per week? Dan betalen we het wezenpensioen tot 27 jaar. De hoogte van het wezenpensioen is 20% van het partnerpensioen. Overlijden beide ouders? Dan verdubbelt het fonds het wezenpensioen. Lees hier voor meer informatie over het wezenpensioen met de oude regels.

Het meebewegen van pensioen met de nieuwe regels

We weten nu nog niet precies hoeveel pensioen u later krijgt. Dat komt doordat uw pensioen met de nieuwe regels meebeweegt met de economie. En met de opbrengst (rendement) van de beleggingen. Het is moeilijk om te voorspellen hoe de economie zich ontwikkelt. 

Bouwde u pensioen op?
Dan heeft u een pensioenpot. Daarin zit het geld voor uw pensioen. Gaat het slecht met de economie en onze beleggingen? Dan kan dat zorgen voor minder geld in uw pensioenpot. Uw verwachte pensioen kan dan omlaaggaan. Gaat het goed met de economie en onze beleggingen? Dan kan dat zorgen voor meer geld in uw pensioenpot. Uw verwachte pensioen kan dan omhooggaan. 

Gaat u met pensioen?
Dan stellen wij uw pensioen ieder jaar op 1 januari opnieuw vast. We proberen uw pensioen ieder jaar te verhogen. Dat kan als het goed gaat met de economie en onze beleggingen. Maar gaat het slecht met de economie? Dan kan uw pensioen omlaaggaan. 

We proberen het omlaaggaan van uw pensioen zoveel mogelijk te voorkomen.
Daarvoor hebben we maatregelen genomen. We beleggen bijvoorbeeld met minder risico. En we zetten geld opzij in onze gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve). Gaat het slecht met de economie? Dan halen we geld uit de gezamenlijke buffer. Zo proberen wij uw pensioen in slechte tijden zo stabiel mogelijk te houden.

Dit is een nieuwe berekening die we eerst nog niet kenden. Daarom tonen we geen bedragen bij uw pensioen van nu. 

Met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026 stellen wij elk jaar uw pensioen opnieuw vast.
Zo krijgt u een eerste indruk hoe het pensioen zich ontwikkelt. We bedoelen dan het bedrag dat u krijgt nadat u met pensioen bent. We gaan er bij de berekening vanuit dat u op uw AOW-leeftijd met pensioen gaat. Wat u ziet is een verwachting van uw pensioen 10 jaar later. We kijken dus (ver) in de toekomst. En gaan er bij het bedrag vanuit dat u al 10 jaar met pensioen bent. 

Het kan nog lang duren voordat u 10 jaar met pensioen bent. Hoe jonger u bent hoe verder dat moment weg ligt. En hoe groter de kans op veranderingen. Het is daardoor moeilijker te voorspellen hoeveel pensioen u op dat moment krijgt. Het verschil tussen de bedragen als het mee- of tegenzit zijn ook (veel) groter.

Let op! Met de regels van nu staat de hoogte van uw pensioen ook niet vast.
Uw pensioen met de regels van nu kan dus ook ieder jaar omhoog- of omlaaggaan. 

De kans is groot dat uw pensioen op een bedrag tussen het hoogste en laagste bedrag uitkomt. De 3 bedragen met de nieuwe regels liggen ver uit elkaar. We weten nog niet hoeveel pensioen u later krijgt. Het kan heel erg meevallen. Maar ook heel erg tegenvallen. Hoe jonger u bent, hoe meer tijd wij hebben om te beleggen. En hoe groter het verschil tussen de 3 bedragen. 

Houd er rekening mee dat de kans erg klein is dat u het hoogste bedrag krijgt. Het is de uitkomst als de economische ontwikkelingen extreem positief zijn. Daarom is het belangrijk dat u regelmatig kijkt hoeveel pensioen u kunt verwachten. Log hiervoor in op uw persoonlijke omgeving

Contact