U kreeg van ons een voorlopig overzicht. Hierop ziet u bedragen van uw verwachte pensioen met de nieuwe regels. En met de oude regels. In het voorlopig overzicht noemden we de oude regels nog ‘de pensioenregeling van nu’. We snappen dat u vragen heeft. Daarom leggen we graag uit wat dit overzicht betekent. En wat u kunt doen als u meer wilt weten.
U kreeg het voorlopig overzicht via de post of digitaal bij 'Uw berichten'. Dit ligt aan de keuze die u eerder maakte over het krijgen van berichten.
Het voorlopig overzicht bestaat uit 2 delen:
Deel 1 is de brief bij het Pensioenoverzicht. Of het 1e deel van het voorlopig overzicht. Hierin staan de belangrijkste bedragen van uw pensioen. U ziet een eerste inschatting van uw pensioen met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026. En u ziet het bedrag van uw pensioen met de oude regels.
Deel 2 bestaat uit uw gegevens voor pensioen. En informatie over de verschillen tussen de bedragen.
We leggen verschillende onderwerpen uit. U ziet bij elk onderwerp eerst het pensioen met de nieuwe regels. En daarna met de oude regels. De onderwerpen zijn:
Let op: niet iedere vraag geldt voor iedereen. Dit hangt af van uw persoonlijke situatie.
We berekenden de bedragen voor uw oude pensioen volgens de regels op 1 januari 2025. Dat pensioen staat ook op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) 2025.
Ook ziet u het verwachte pensioen met de nieuwe regels. Dat was een 1e inschatting. De verwachte bedragen berekenden we alsof we op 1 januari 2025 al met de nieuwe regels werkten.
We gebruikten in het voorlopig overzicht uw persoonlijke gegevens. En onze gegevens op 1 januari 2025. Daarbij keken we ook naar hoeveel geld we hadden (financiële situatie). Dat ziet u aan onze dekkingsgraad. Bekijk de dekkingsgraad. Op 1 januari 2025 was onze dekkingsgraad 113,8%. Deze dekkingsgraad gebruikten wij bij de verdeling van al ons geld (fondsvermogen). Met verdelen bedoelen we het verdelen van het geld over de pensioenen van alle deelnemers.
Op onze pagina over het vernieuwd pensioenstelstel leest u meer over wat verandert. En over wat er hetzelfde blijft met de nieuwe regels voor pensioen.
Ja, de bedragen voor uw pensioen veranderen nog. In het voorlopig overzicht rekenden we met uw gegevens op 1 januari 2025. En onze dekkingsgraad op 1 januari 2025. In het definitief overzicht rekenen we met uw gegevens. En de dekkingsgraad op de datum waarop wij uw pensioen echt overzetten: 1 januari 2026.
U leest er meer over de verschillen tussen de bedragen met nieuwe en oude regels. Ook ziet uw meer (verwachte) bedragen. Log in op onze website.
De financiële situatie van Pensioenfonds Schoonmaak kan veranderen. Dat kan ook met uw persoonlijke situatie. Elk pensioen en elke persoonlijke situatie is anders. Daarom is het lastig om vooraf te zeggen wat er precies gebeurt als de situatie verandert. Bij ons of bij u.
Bij ons kan bijvoorbeeld de dekkingsgraad veranderen. We rekenden in het voorlopig overzicht met uw gegevens op 1 januari 2025. En onze dekkingsgraad op 1 januari 2025. De dekkingsgraad was toen 113,8%. Deze dekkingsgraad gebruikten wij voor het verdelen van het geld (fondsvermogen). Met verdelen bedoelen we verdelen van het geld over de pensioenen van alle deelnemers.
In januari 2026 is de nieuwe dekkingsgraad bekend. Gaat de dekkingsgraad omhoog? Dan kunnen we meer geld verdelen over alle pensioenen. Gaat de dekkingsgraad omlaag? Dan kan uw pensioen lager worden. Want dan hebben we minder geld om te verdelen over alle pensioenen. Bekijk de dekkingsgraad.
Misschien verandert uw persoonlijke situatie. Elke persoonlijke situatie heeft een andere invloed op pensioen. Werkt u nog voor een deel en bent u voor een deel met pensioen? Dan verandert uw pensioen bijvoorbeeld als u minder gaat werken. Of helemaal stopt met werken.
Kijk op onze website als u meer wilt weten over uw pensioen met de nieuwe regels
U leest er meer over de verschillen tussen de bedragen met nieuwe en de oude regels. Ook ziet uw meer (verwachte) bedragen. Log in op onze website.
Met de nieuwe regels kreeg iedereen een pensioenpot. U ook. De nieuwe regels zijn op 1 januari 2026 gestart. Op die datum hebben wij uw oude pensioen overgezet naar de nieuwe afgesproken regels. Pensioenfonds Schoonmaak maakte voor een eerlijke verdeling van al het geld (fondsvermogen) verschillende keuzes.
Voorbeelden van keuzes voor een eerlijke verdeling:
Hoeveel geld we nodig hebben om het pensioen van deelnemers aan te vullen. We bedoelen dan deelnemers die mogelijk nadeel hebben van de overstap naar de nieuwe regels.
Hoeveel geld we stoppen in de gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve).
In ons transitieplan vindt u de afgesproken regels over de verdeling van het fondsvermogen (geld). U vindt op onze website ook een samenvatting van ons transitieplan.
Er blijft geld over als we meer geld hebben dan de waarde van alle pensioenen bij elkaar. En het minimale bedrag dat wij opzij moeten zetten. Dat bedrag hebben wij nodig als het slecht gaat met de economie. Het bedrag stoppen wij in onze gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve). Hebben we geld over? Dan verdelen wij dat geld over alle deelnemers. Sociale partners maakten hier eerlijke afspraken over. Zodat niemand extra voor- of nadeel heeft.
Voor jonge deelnemers die geen pensioen meer opbouwen gold een uitzondering. Zij kregen wat extra geld in hun pensioenpot. Daarmee voorkwam Pensioenfonds Schoonmaak dat zij er met de nieuwe regels op achteruitgingen.
De oude regels stopten op 31 december 2025. Op 1 januari 2026 begonnen we met de nieuwe regels voor uw pensioen. We gaven u alvast een 1e indruk van uw pensioen vanaf 1 januari 2026. Voor de berekening gebruikten wij uw gegevens op 1 januari 2025. En onze dekkingsgraad op 1 januari 2025. De dekkingsgraad was toen 113,8%. Vanaf 1 januari 2026 veranderde misschien uw persoonlijke situatie. En bij ons de dekkingsgraad. Die veranderingen nemen wij mee in het definitief overzicht.
Na 31 december 2025 weten we hoeveel geld Pensioenfonds Schoonmaak heeft. Begin 2026 hebben we uw oude pensioen omgezet naar de nieuwe regels. We hielden daarbij rekening met veranderingen vanaf 1 januari 2026. Bij u en bij ons. Na het omzetten van uw pensioen maken wij het definitief overzicht voor u. U krijgt het definitief overzicht op zijn laatst eind juni 2026. Maar wij doen ons best om het al eerder te sturen.
Overlijdt u en bent u al met pensioen? Dan krijgt uw partner misschien partnerpensioen. Dit ligt aan de keuze die u maakte toen u met pensioen ging.
Koos u toen voor partnerpensioen? Dan krijgt uw partner partnerpensioen wanneer u overlijdt. Dit krijgt uw partner zolang uw partner leeft.
Kijk in uw persoonlijke omgeving om te zien wat dat voor u en uw partner betekent.
Ieder jaar krijgt u van ons het Uniform Pensioenoverzicht. Daarop ziet u ook hoe hoog het partnerpensioen is. Het partnerpensioen kan elk jaar veranderen. Het kan omhoog- of omlaaggaan. Net als uw pensioen. Dit hangt af van de opbrengst (rendement) van de beleggingen. We leggen geld opzij. Zo vangen we tegenvallers op. Wij blijven pensioenen beleggen. Zo kan het groeien.
En bouwt u op het moment van overlijden geen pensioen meer op? Dan krijgt uw partner het partnerpensioen dat u vóór 2003 opbouwde. Maar dat geldt alleen voor het deel van het opgebouwde partnerpensioen dat u bij pensionering niet heeft uitgeruild. Wij bedoelen dan de uitruil voor verhoging van uw ouderdomspensioen. Wij betalen het opgebouwde partnerpensioen zolang uw partner leeft.
U kon bij het aanvragen van uw pensioen kiezen voor partnerpensioen. Koos u voor partnerpensioen? Dan ruilde u voor de verzekering van partnerpensioen een deel van uw ouderdomspensioen in. U krijgt daardoor minder ouderdomspensioen. En in ruil daarvoor krijgt uw partner een partnerpensioen wanneer u overlijdt. Zonder deze uitruil is er geen partnerpensioen voor uw partner. U ontvangt dan uw volledige ouderdomspensioen.
U koos bij het aanvragen van uw pensioen voor het volledige ouderdomspensioen. Daardoor is er geen partnerpensioen wanneer u overlijdt.
Overlijdt u? Dan krijgen uw kinderen mogelijk een wezenpensioen. Het wezenpensioen is 14 procent van het ouderdomspensioen dat u ontvangt. Overlijden beide ouders? Dan zien wij uw kind of kinderen als volle wees. Dan krijgen zij 28 procent. Dit krijgen zij tot het einde van de maand waarin zij 25 jaar worden.
En studeren zij nog als ze 25 jaar zijn? Dan krijgen zij tot 27 jaar wezenpensioen. Heeft u vóór 2003 wezenpensioen opgebouwd? En kregen uw kinderen nog geen wezenpensioen voor 1 januari 2026? Dan krijgen uw kinderen het wezenpensioen ook tot 27 jaar.
Het wezenpensioen kan elk jaar veranderen. Het kan omhoog- of omlaaggaan. Net als uw pensioen. Dit hangt af van de opbrengst (rendement) van de beleggingen. We leggen geld opzij. Zo vangen we tegenvallers op. Wij blijven pensioenen beleggen. Zo kan het groeien.
Uw kind krijgt met de oude regels wezenpensioen tot 18 jaar. Studeert uw kind? Dan betalen we het wezenpensioen tot 27 jaar. Maar alleen als uw kind meer dan 20 uur per week een opleiding volgt. Ieder kind krijgt 20 procent van het partnerpensioen.
Overlijden beide ouders? Dan verdubbelt het fonds het wezenpensioen. Ieder kind krijgt dan 40 procent van het partnerpensioen.
U koos bij het aanvragen van uw pensioen voor het volledige ouderdomspensioen. Daardoor is er geen partnerpensioen wanneer u overlijdt.
Dat komt doordat uw pensioen met de nieuwe regels meebeweegt met de economie. En met de opbrengst (rendement) van de beleggingen. Het is moeilijk om te voorspellen hoe de economie zich ontwikkelt.
Bijvoorbeeld omdat u voor een deel met pensioen bent. En nog voor een deel werkt? Dan betalen u en uw werkgever nog premie voor het deel dat u werkt. Daardoor groeit het geld in uw pensioenpot. Maar het geld in uw pensioenpot beweegt ook mee met de economie.
Dan kan dat zorgen voor minder geld in uw pensioenpot. Uw verwachte pensioen kan dan omlaaggaan. Gaat het goed met de economie en onze beleggingen? Dan kan dat zorgen voor meer geld in uw pensioenpot. Uw verwachte pensioen kan dan omhooggaan.
Dan stellen wij uw pensioen ieder jaar op 1 januari opnieuw vast. We proberen uw pensioen ieder jaar te verhogen. Dat kan als het goed gaat met de economie en onze beleggingen. Maar gaat het slecht met de economie? Dan kan uw pensioen omlaaggaan.
Daarvoor hebben we maatregelen genomen. We beleggen bijvoorbeeld met minder risico. En we zetten geld opzij in onze gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve). Gaat het slecht met de economie? Dan halen we geld uit de gezamenlijke buffer. Zo proberen wij uw pensioen in slechte tijden zo stabiel mogelijk te houden.